De zon scheen fel op een ochtend in Boomtown, terwijl een kleine muis genaamd Mack zachtjes in zijn bedje lag te slapen.
Een stem buiten het raam van Mack fluisterde zachtjes, "Mack?" maar de muis sliep door. De stem probeerde het opnieuw, deze keer een beetje luider, "Mack!"
De zon scheen fel op een ochtend in Boomtown, terwijl een kleine muis genaamd Mack zachtjes in zijn bedje lag te slapen.
Een stem buiten het raam van Mack fluisterde zachtjes, "Mack?" maar de muis sliep door. De stem probeerde het opnieuw, deze keer een beetje luider, "Mack!"
Mack's ogen gingen wijd open. Hij sprong uit zijn bed om de stem te vinden die hem wakker had gemaakt.
Mack rende naar zijn moeder die bezig was met ontbijt maken in de keuken.
"Het was niet haar stem die mij wakker maakte," dacht Mack, en ging snel door de achterdeur de tuin in.
In de tuin zag Mack een olifant die op hem wachtte. "Banjo! Jij hebt mij wakker gemaakt!"
Banjo glimlachte en zei tegen Mack, "Goedemorgen. Wil je samen een ijsje gaan halen?"
"Natuurlijk!" zei Mack. "Een kaasijsje lijkt me heerlijk! Welke smaak ijs ga jij nemen, Banjo?"
"Pinda. Ik neem altijd pinda-ijs. Dat is mijn favoriet. Kom, we gaan." En de vrienden vertrokken om hun ijsjes te vinden.
Onderweg besloot Mack een grap uit te halen met zijn vriend, en hij verschuilde zich achter een boom.
Banjo had niet in de gaten dat zijn vriend was gestopt, een wandelde door, tegenover de boom.
Mack
keek van achter de boom terwijl een bruin zakje voor Banjo langs waaide, en
Banjo volgde het zakje, denkende dat het zijn vriend Mack de Muis was.
Net op dat
moment voelde Banjo iets trekken aan zijn staart. Hij draaide zich om, en zag
Mack die glimlachte naar hem.
"Waarom
volgde je dat zakje?" vroeg Mack.
"Ik
dacht dat jij het was!" zei Banjo. "Kunnen we nu dat ijsje gaan
halen?" vroeg hij.
Mack
zei oke, en de vrienden gingen verder met Mack voorop en Banjo volgde achter
hem.Maar Banjo zag niet dat Mack de Appelstraat inliep, en bleef rechtdoor gaan.
De harige
bruine hond gaf geen antwoord. Banjo dacht dat Mack onbeleefd was door niet te
antwoorden.
Banjo dacht
dat Mack nog onbeleefder was toen hij bij hem vandaan liep.
Zijn
gevoelens waren gekwetst, totdat hij nog een harig bruin beestje naar hem toe
zag komen lopen.
"Mack?"
vroeg hij.
"Banjo,
wat is er gebeurd? Waarom volgde je me niet?" vroeg Mack.
"Ik
heb je zeker niet gezien," antwoordde Banjo met een verwarde blik.
"Ik
denk dat je naar een opticien moet. Hou deze keer mijn staart maar vast,"
zei Mack.
De opticien
zei dat hij Banjo meteen kon helpen, en Mack lachte naar Banjo en vertelde hem
dat ze ijsjes zouden gaan halen zodra hij klaar was.
De opticien
zei tegen Banjo dat hij naar de poster op de muur moest kijken en de letters
hardop oplezen.
Banjo keek naar de poster, maar hij kon de letters helemaal niet goed zien.
Banjo kneep zijn ogen een beetje bij elkaar, en dan kneep hij heel hard om de letters proberen te lezen, maar hij kwam niet verder dan de eerste regel.
T",
zei hij. "Dat is alles wat ik kan zien."
Dit maakte
Banjo heel verdrietig en hij keek naar de grond.
Banjo's gezicht lichtte op, en zijn ogen gingen wijd open. Hij kon zien!
Banjo
riep, "Mack! Ik kan zien!" Banjo liet de bril een beetje afglijden om
het verschil te zien. Alles werd wazig.
"Hoera!" riep Mack. "Laten we nu die ijsjes gaan halen!"
"Pinda-ijs
voor mij, Mack. Dat is mijn favoriete smaak," zei Banjo.
"En
kaas-ijs voor mij, Banjo. Ik kan niet wachten!" zei Mack. En de vrienden
gingen weer verder op zoek naar hun ijsjes, terwijl Banjo voor de eerste keer
vrolijk rondkeek in Boomtown met zijn nieuwe bril.
0 comments:
Post a Comment